De epische URL-blunder met de Miljoenennota onthult het onvermogen van deze overheid om zorgvuldig met informatie om te gaan. Tegelijkertijd verstomt het gekrakeel over de toevalstreffer van een zich vervelende dienstverlener het debat over de vraag waarom de Miljoenennota per sé een verrassing moet zijn. Met andere woorden: waarom rust er eigenlijk een embargo op het document?
Het Rijk schrijft op de projectsite ‘Miljoenennota 2012: ‘In de Miljoenennota worden de belangrijkste kabinetsplannen en keuzes samengevat en wordt duidelijk wat deze plannen kosten. Daarnaast wordt een toelichting gegeven op de economische en financiële situatie van Nederland. Ook de verwachte ontwikkelingen komen aan bod.’ Belangrijke informatie, denk ik. Belangrijk genoeg om niet eens per jaar mee naar buiten te komen, maar, zodra deze bekend is, met ons te delen. Radicale transparantie, noem ik dat. Gooi open die ramen en deuren en laat ons de data zien die ten grondslag ligt aan de beslissingen die dit kabinet neemt en mij gaat raken – ten positieve of ten negatieve.
Die radicale transparantie hebben we de facto nu ook – de Nota ligt immers op straat. Sterker: het lukt de overheid maar niet te voorkomen dat gegevens uitlekken of het hele document voor iedereen is in te zien. En wat blijkt? Er is gisteren en vandaag nog geen institutie ingestort. Er zijn geen ongelukken gebeurd. Er is eigenlijk helemaal niets aan de hand. Sterker: iedereen heeft zich nog wat beter op de presentatie kunnen voorbereiden en bewindspersonen hebben een eerste indruk van de temperatuur van het water gekregen. Behalve dan de imagoschade – maar dat heeft dit kabinet toch echt aan zichzelf te wijten.
Het nieuws dat gisteren het NOS Journaal domineerde (en de opening was) ging over het geblunder van de overheid. Vijf minuten lang moest ik wachten tot de eerste inhoudelijke opmerking werd gemaakt. Ik zie ze al denken bij AZ – die pers is ook altijd uit op een relletje! Dat kan anders. Als het kabinet de volgende Miljoenennota gewoon vrij geeft zodra de gegevens er zijn, kan er ook niet worden gelekt. Dan informeer je je burgers gewoon over zaken die hen (gaan) raken. En als je geluk hebt, denken ze nog met je mee ook. En als je met die informatie dan iets gaat doen – kijk, dan ben je constructief bezig en heb je zomaar bijgedragen aan het dichten van de gevreesde kloof die een overheid met geheimen alleen maar verdiept. No more secrets! <<