Verliefd zijn is tot daaraan toe, maar in die staat van irrationaliteit 38.000 euro gunnen aan een circus-project van jouw object d’amour – kijk, dat riekt naar belangenverstrengeling en cliëntelisme. En dat is niet alleen een persoonlijk, ook een organisatie-probleem.
De Volkskrant en Elsevier hebben munitie om de zomer door te komen en ze heet Mariko Peters (GroenLinks). Ze kwam in het nieuws omdat haar partner kinderen zou hebben ontvoerd (die zij, medeplichtig, in huis houdt) en daar zijn nu mailtjes waar de verliefdheid van af spat, bijgekomen. Dat krijg je als twee redacties zich zitten te vervelen. Dan gaat niet alleen de deksel van de beerput, maar die put wordt ook geheel geleegd.
We hebben dus romantische mailtjes uit 2005 van een hopeloos verliefde diplomate. Ze versiert een man die een verzoek voor subsidie bij haar indient. En zoals dat gaat bij verliefde mensen verdwijnt het eigenlijke onderwerp (de subsidie) al snel naar de achtergrond. Peters ontkende altijd haar huidige partner toen, in 2005, al te kennen. Dat is dus niet waar – ze kenden elkaar wel en Peters had zelfs haar hart al aan hem verloren.
Erg? Nogmaals, verliefd worden mag, maar om dat nu te vermengen met het beoordelen van een subsidieaanvraag – daar hebben we nu juist de bureaucratie voor uitgevonden: om beide van elkaar te scheiden. Hoe dan ook, Buitenlandse Zaken gaat onderzoek verrichten naar haar tijd in Kabul, haar banden met partner Robert en haar gedrag toen en nu. Mariko ziet het allemaal vol vertrouwen tegemoet. En ik vind dat niet onverstandig. Wat betreft de subsidie dan. Bij de affaire met de kinderen wil ik graag wegblijven. Dat zit, voor mij, te ver achter de voordeur.
De subsidiekwestie vind ik wel interessant. Het raakt haar professie als diplomate binnen het functioneren van een systeem. Het kan toch niet zijn dat zo’n bedrag alleen door Peters wordt uitgegeven. Dat er geen contraseign is – geen extra veiligheidsklep tussen aanvraag en uitkeren. Als Peters onjuist heeft gehandeld, het bedrag heeft gegund omdat ze verliefd was, deugt Peters noch Buitenlandse Zaken. Het onderzoek naar haar handelen is, hoop ik, dus ook een onderzoek naar het handelen van Buitenlandse Zaken en de manier waarop geld wordt verstrekt. En die manier waarop subsidies worden verstrekt, de bureaucratie die verliefdheid bij een aanvraag uit de beoordeling voor toekenning filtert, moet in het onderzoek een plaats hebben. Alleen dan kunnen we de bureaucratie perfectioneren. Ik vrees dat er namelijk meer diplomaten verliefd worden. Ik hoop niet dat ze allemaal zomaar geld kunnen uitgeven. Want dan hebben we pas echt een probleem. <<