Het moet een duivels dilemma zijn voor Jan Kees de Jager, Minister van Financiën (CDA). De Kamer heeft recht op informatie die ze nodig heeft voor haar taak: controle van regeringsbeleid. Probleem: vaak is De Jagers informatie geheim. Het raakt het financiële DNA van een land en eenmaal uitgelekt kan het banken laten springen, spaarders van hun tegoeden beroven en landen in de afgrond storten.
Wouter van Cleef schreef vorige week donderdag in het NRC een goede analyse over het democratisch deficit dat hiervan het resultaat is: internationale afspraken kunnen nationale parlementariërs alleen maar afstempelen. We zien dat ook op regionaal niveau – wethouders doen zaken op regionaal niveau om raadsleden met een fait a compli op te zadelen. Ik noemde dat gisteren de afstempeldemocratie.
Onverstandig, want al die volksvertegenwoordigers heb je juist bij complexe zaken zo hard nodig om ongelukken en denkfouten te voorkomen. Ze gooien regelmatig de vensters open door (domme) vragen te stellen en voorkomen zo groupthink en information screens. Zo bezien is De Jagers poging om meer ‘volk’ in volksvertegenwoordiging te krijgen, door Kamerleden deelgenoot van geheime informatie te maken, prijzenswaardig.
Maar de Kamerleden weigeren nu. Bij monde van commissie-Financiën-voorzitter Ineke Dezentjé (VVD) liet de Kamer weten die geheime informatie liever niet te hebben. Het bindt hen te veel tijdens debatten met de minister. Daar hebben fractievoorzitters die deelnemen aan de commissie-Stiekem (over inlichtingen- en veiligheidsdiensten) ook last van. Ze horen meer dan ze mogen en kunnen gebruiken. En dat zet de kwaliteit van hun werk onder druk.
Sterker: de minister zou onwelgevallige informatie eerst in de commissie-Geheimzinnig kunnen presenteren om zo politieke averij in publieke debatten te voorkomen. Dat is met inlichtingen- en veiligheidsdiensten nog tot daar aan toe (en verdedigbaar: het gaat immers om mensenlevens, denk ik), met de miljarden aan belastinggeld die richting Griekenland, Italië, Ierland en Portugal worden gepompt, wordt dat een pijnlijker verhaal. En: er is nog een lezing mogelijk op basis van De Jagers voorstel. Blijkbaar is er inzake het Europese steunbeleid meer informatie voor handen dan de minister met de Kamer kan of wil delen.
Financiële geheimen voor de Kamer zijn trouwens geen parlementair unicum. Toen de gulden nog bestond, was de minister regelmatig op een leugentje om bestwil te betrappen. Iedereen wist dat de Minister van Financiën, nu eenmaal in een lastig monetaire positie, niet altijd het achterste van zijn tong kon laten zien. Dat zou de Nederlandse Staat immers miljarden kunnen kosten. Het mantra toen: de minister spreekt altijd de waarheid, behalve over de wisselkoers. Achteraf gaf hij openheid van zaken, vooraf hield hij de kaarten tegen de borst. Die geheimen hebben we met de invoering van de euro niet meer. De Nederlandse Minister van Financiën gaat immers niet over de wisselkoers van de euro. Dus: om welke geheime informatie gaat het dan?
Een paradoxale vraag, natuurlijk. Een antwoord op die vraag is met de commissie-Stiekem geïnstitutionaliseerd – namelijk alles wat in die commissie wordt besproken. Dat ontslaat de regering van lastige dilemma’s waar De Jager nu mee zit opgescheept. Open kaart spelen lukt vaak niet, informatie achter de hand houden voor de Kamer is een Haagse doodzonde. Klem tussen internationale, monetaire belangen en nationale politieke verantwoordelijkheid zal hij en het parlement toch een werkwijze moeten gaan vinden om de informatie die nodig is te delen en informatie die schadelijk is achter de hand te houden.
Tot dan is het aan de journalistiek om Kamerleden en minister uit dit duivelse dilemma te bevrijden. Alles wat via krantenpagina’s, radio en televisie in de openbaarheid komt, is immers debatteerbaar in de Kamer. Hoe vervloekt vaak ook is deze extraparlementaire route waarschijnlijk de enige manier om het debat transparant te voeren. Het wordt weer druk spinnen de komende tijd en niet alle ‘lekken’ zal het Ministerie van Financiën ongunstig uitkomen. De Minister kan verkopen zelf niets gemeld te hebben, de Kamer kan doorvragen over de berichten in de media. Dilemma opgelost. De woordvoerders bij Financiën krijgen het druk. <<