De SP wil het bij wet verbieden om journalisten als geheim agenten voor de AIVD te werven. Anders weten mensen nooit of ze met een verslaggever of een spion te maken hebben. Dat wantrouwen, zegt de SP, zou dan weer nadelig werken voor de democratische controle die journalisten uitoefenen. Want, beredeneert de partij, je praat wel met een redacteur, maar niet met een AIVD’er. Dus houd je bij twijfel belangrijke informatie tegen de borst.
Een bizarre redenering.
Bas Paternotte, HP/De Tijd, vindt zo’n wet inmenging in de persvrijheid. Een hoofdredacteur die hij kent, meldde ooit een voorval uit zijn omgeving bij de dienst, uit angst voor escalerend moslim-extremisme. Wie en welk medium wil Paternotte niet zeggen ‘wegens lullig’ voor betrokkene(n), maar:
Persvrijheid is een groot goed en dit voorstel –hoe begrijpelijk ook, mind you, doet daar hoe dan ook afbreuk aan. Wanneer de AIVD een journalist verzoekt om informatie, of om even een kop koffie te drinken, is het aan de journalist in kwestie om die afweging te maken.
Al net zo’n verwarrende verdediging van het recht dat de AIVD heeft om journalisten te werven als het pleidooi van de SP dat nu juist te verbieden.
Want waarom brengt een koffiedrinkende AIVD’er de persvrijheid niet in gevaar en een wet die werving en selectie onder journalisten verbeidt, wel? Ik kan me ‘kopjes koffie’ voorstellen die buitengewoon schadelijk zijn voor de persvrijheid. Agent X bezoekt journalist Y. Journalist Y krijgt compromitterende foto’s te zien of, eenvoudiger, een naakt dreigement over diens carriere, partner(s)/kinderen. Toespelingen op een afschuwelijk lot dat kan worden voorkomen als de journalist heel goed luistert en daarna gaat doen wat geheim agent X wil.
Ik wens mijnheer Paternotte veel succes om zo’n gesprek niet als vrijheidsbeperkende te beschouwen. Anderzijds snap ik best dat de AIVD graag journalisten op hun payroll zetten om eens met de benen op tafel, off the record, wat informatie uit te wisselen. Waarom mag dat wel wel met politici rond het Binnenhof, directeuren van multinationals of straattuig in Amsterdam-Oost en niet, voor een leuke zakcent, met de geheime dienst van Nederland? Sommige informatie is schaars, journalisten zijn daarvan de makelaars – één en één is twee, zou je denken. Het is de raison d’etre van journalisten informatie aan de man te brengen. Voor elke doelgroep wat wils.
Paternotte en de SP zijn in een non-discussie beland. Want als de SP gelijk heeft, moet de dienst vandaag nog alle kranten de duer uit doen, radio’s en TV’s uit het raam en geen gebruik maken van media. Je weet niet wat ze ermee doen – al die informatie die voor hen door journalisten bijeen is geraapt (lastig, want open bronnen zijn by far de belangrijkste informatiebron voor geheime diensten). Als Paternotte gelijk heeft, laat het dan maar op zijn beloop en geloof in de professionaliteit van journalisten zelf. We hoeven ons nooit meer zorgen te maken over de AIVD. En daar is de dienst nu weer net te belangrijk voor.
Serieuze journalistiek over de AIVD zou óók de dienst helpen scherp te blijven. Het zou de impact van een dienst op de samenleving wellicht verminderen, omdat ze dan media hebben waar ze iets mee kunnen. Ze hoeven zelf niet op onderzoek uit. Ik mis zulke journalistiek trouwens in Nederland en misschien is dat nog wel schadelijker dan wat de SP vreest en de inbreuk op de persvrijheid waar Paternotte zo bang voor is. <<