27 Is te jong om te sterven. Punt. Of je nu Amy Winheouse heet of op een sociaal-democratisch zomerkamp in Noorwegen bent. De dood maakt altijd af wat je zelf had willen eindigen, maar zo jong is moeilijk te vatten. En dan ontstaat mythes – zoals die van de magische 27-jaars-grens. Het rijtje is gevoegelijk bekend: Kurt Cobain, Janis Joplin, Jim Morrison, Jimi Hendrix en nu Amy Winehouse. Ze haalden hun 28ste jaar niet.
De ‘verklaring’ voor hun ongekende talent: ze zouden hun ziel aan de duivel hebben verkocht, in ruil voor hun muzikale scheppingskracht. Ze zouden, los van zichzelf, bezeten haast, in ruil voor hun leven de nummers hebben geschreven waar we nu nog steeds naar luisteren. Je moet wel een beetje gek zijn wil je het talent van deze mensen hebben. Denk aan grote schakers als Eeuwe, Capablanca, Fischer, Anand – allemaal een steekje los. Allemaal een klap van de molen. De prijs van iets heel goed kunnen is een gemankeerde geest.
De duivelsmythe is ontstaan na de dood van ‘s werelds beste blues gitarist ooit: Robert Johnson. Hij nam 29 nummers op en die zijn zonder uitzondering nog altijd standards in het genre (en daarbuiten). Maar misschien zegt die mythe meer over zijn dood dan over zijn leven. Johnson zou zijn vergiftigd door een hoer, doodgeschoten in een bordeel – de lezingen over zijn plotselinge einde lopen nogal uiteen. Net als over zijn exacte geboortedatum. Die is, ondanks de zekerheid die van sommige internetbronnen afspat, in nevelen gehuld. Johnson kwam diep, diep uit de Mississippi Delta uit een gezin van 10. Rond 1910 was de bevolkingsregistratie van zwarten niet zo fijnmazig als nu. Dat Johnson te jong is overleden, staat vast. Dat het in zijn magische 28ste levensjaar zou zijn geweest, uiterst dubieus.
Dat gebrek aan biografische duidelijkheid maakt ook helemaal niet uit. Het gaat om hun scheppend vermogen. De eeuwigheidswaarde van Johnson, Morrison, Joplin en Winehouse staat zo haaks op hun eindigheid. En dat gat – tussen talent en sterfelijkheid, tussen potentie en een definitieve punt – fnuikt. Dus zoeken we een verklaring, vluchten we in een mythe die ons helpt begrijpen en accepteren wat er is gebeurd. U vindt het zweverig?
Momenten na de aanslagen in Noorwegen wezen hele verstandige mensen direct op al-Qaida. Het bleek, wat juist voor onmogelijk werd geacht, een jonge Noor met rechts-extremistische ideeën te zijn. De enige manier om dat te begrijpen, is, net als bij die Grote Muzikanten, grijpen naar een mythische verklaring: de ziel van deze dader is bezeten door duistere krachten. Hij is van God los, hij is gevallen, hij is ziek in zijn hoofd. Alleen dan kunnen we zijn daad plaatsen. Een gezonde geest doet dit niet. Punt. Dus moet hij wel gek zijn. Daarom: Crossroads Blues van Robert Johnson. Wat anders? <<