Vandaag staan negen Somalische piraten voor de Rotterdamse rechter. Vorig jaar berechtte de Rotterdamse rechter, als eerste in Europa, al vijf ‘collega’s’ die door de Deense marine van een Nederlands vrachtschip waren gehaald. Die operatie had nogal wat voeten in aarde, meldde de BBC juli vorig jaar.
Probleem was dat de Deense marine de piraten van het Nederlandse schip haalde, maar ze vervolgens niet kreeg overgedragen aan de Nederlandse overheden. De piraten zaten vijf weken op het Deense fregat Absalon en het koste de Denen nog eens twee weken bureaucratie in de haven van Aden om de Nederlandse overheid ervan te overtuigen om de piraten ‘over te nemen’. Twee weken waarin de Absolon haar taak in de Golf van Aden niet kon uitvoeren.
De Deense bevelvoerder geeft in de documentaire toe dat hij in andere situaties, bij andere landen, de piraten helemaal niet wist over te dragen. Hij zette ze ‘s nachts aan land omdat de papierwinkel om ze te laten berechten niet rond kwam.
De complexiteit om piraten te berechten in de landen onder welke vlag de overvallen schepen varen, kan worden verklaard door de asielaanvraag die op een veroordeling volgt. De vijf piraten die in Nederland zijn berecht, hebben vorig jaar in Nederland direct een verblijfsvergunning aangevraagd. Uitzetten of zomaar weigeren van asiel gaat, gezien de instabiele situatie in Somalië, tegen diverse mensenrechtenverdragen en -wetten. En dat maakt de berechting van piraten geen juridisch, maar vooral een politiek probleem, concludeert één van de geïnterviewden cynisch. <<