Het valt niet mee om binnen (en buiten) Europa met één mond te spreken. Het is ook lastig om in deze financieel-economische slangenkuil het voortouw te nemen. Lidstaten zitten als bokken op de haverkist zodra (al is het retorisch en om paniek te temperen) aan hun soevereiniteit wordt geknaagd. Tot zover de flauwe dierenparallellen – punt is dat De Jager voortdurend onder de duiven van zijn collega’s blijft schieten.
Op 6 juli bekende hij voor FD-verslaggevers dat het particuliere kapitaal van banken, nodig om de Griekse schuld te herstructureren, nooit geheel vrijwillig op tafel zal komen. Logisch, want waarom zouden banken zich vrijwillig in de schulden steken (Ik rekende 8 juli al uit (zonder toen het FD-artikel te hebben gelezen, overigens) waarom De Jager tot dwang zou overgaan)? Punt is dat hij met collega-ministers al had besloten om juist wel op een vrijwillige bijdrage ter wachten. Dat was ook keurig in een verklaring, afgegeven na de verenigde vergadering van 2 juli. Gekkenhuis. Welke minister moeten de banken nu serieus nemen? De minister die met Europese collega’s banken om een vrijwillige bijdrage vraagt of de minister die, als hij die bijdrage niet krijgt, deze komt halen? Het FD merkt, terecht, op
Minister De Jager slaat met zijn uitlatingen alle waarschuwingen van centrale bankiers in de wind. Volgens de Europese Centrale Bank zal een afgedwongen bijdrage van banken leiden tot een lager kredietoordeel voor Griekenland en daarmee tot grote onrust op de financiële markten. Sommige centrale bankiers waarschuwen dat hiermee een situatie kan ontstaan die even ernstig is als de val van zakenbank Lehman Brothers in 2008.
Overigens was in 2008 bij de zakenbank Lehman Brothers ook sprake van private participatie. Toen waren de grootste Wall Street-banken, onder druk van Hank Paulsen, bereid om de toxic assets van De bank-in-problemen te financieren. Het Britse Barclays zou de bank overnemen, collega-bankiers zouden voor een deel garant staan voor de waardeloze hypothekenportefeuille in de erfenis. Helaas stak de Britse Labour-minister Alistair Darling daar een stokje voor. Hij weigerde het Amerikaanse ‘kanker’ in het Britse financiële systeem te importeren en hield Barclays aan haar verplichting de overname eerst aan de beleggers voor te leggen. Die tijd had de bank niet en ging ten onder. Op particuliere participatie in een politiek verdeeld landschap rust vooralsnog geen zege.
Los van de vraag met welke minister de banken zaken moeten doen, vind ik de vraag interessant hoe De Jager hen ertoe kan dwingen om mee te helpen in de reconstructie van de Griekse schulden. Een eenmalige belasting? Alle bonussen in een potje? Nationalisatie? Deels nationaliseren? Politieke en publieke druk? Wie pakt binnen het ministerie van Financiën de telefoon op en wie bel je dan? De bestuurskamer, de bewaker van de centrale kas? Ik durf het best te vragen, weet alleen even niet aan wie. <<