Ik word zelden echt boos. Geïrriteerd, zeker, opgefokt misschien. Maar ik leid zelden aan aanvallen van moedeloze en machteloze woede. U voelt ’em aankomen: na het zien van deze beelden van Brandon (de jongen die maandenlang zat vastgeknoopt in een tuigje, aan een Gamma-haak in de muur in Ermelo), moest ik even gaan zitten van de kwade duizel. Ik zie Brandon, handen in de zakken, slenterend langs de geitjes en, even later, een poster uitpakken voor zijn nieuwe kamer in Sliedrecht.
Dat was anders. Brandon was een gevaar. Voor zichzelf en de omgeving. Vonden professionals van ‘s Heeren Loo. Hij liep weg, sloopte eens een auto en medewerkers zijn bang voor de jongen. Zo ontstond het beeld dat Brandon vooral vast zat vanwege Brandon. De jongen was een enorm risico en dat werd opgelost door hem in een tuigje te hijsen en aan een Gamma-haak te knopen. Begrijpelijk (maar onacceptabel). Hé, ik ben geen prof, dus moet ik uitkijken met te snelle oordelen over hele complexe problemen. En dat was Brandon blijkbaar. Want ook bij ‘s Heeren Loo wisten ze niets beters dan de jongen aan de muur te klinken. Drie jaar lang. Zonder buitenlucht, zonder behandeling. Dan is de situatie blijkbaar te ‘behandelingsintensief’, zoals dat in jargon heet. Anders gezegd: ze hebben er hun handen vol aan en daarvan zijn er dan te weinig.
Maar hoe groot is het contrast met nu? Onder begeleiding van professionals in Sliedrecht blijkt Brandon een heel aardig joch! Hij vliegt niemand aan, gaat gewoon mee naar buiten, is geïnteresseerd in de wereld om hem heen (“Wat doet die geit nou?’). Een wonderbaarlijke genezing? Ik kan maar één andere verklaring verzinnen voor deze – toch uiterst opvallende – metamorfose van de zo ‘problematische’ Brandon: ‘s Heeren Loos oplossing van ‘complexe en begeleidingsintensieve casuïstiek’, zoals regiomanager Frank van der Linden op zijn LinkedIn-profiel schrijft (saillant detail: hij is afgestudeerd aan … InHolland. Dat terzijde), bestaat uit het vastbinden van cliënten.
Om hopeloos kwaad van te worden.
Brandon woont nu met vier anderen en twee begeleiders in Sliedrecht. Hij gaat naar buiten, hij slentert zoals alle jongens van leeftijd, met zijn handen in zijn zakken en pet op. Dat contrast – tussen Ermelo aan de muur en in Sliedracht lekker op stap, is zo ontzettend groot, dat ‘s Heeren Loo gewoon dicht moet. Ze kunnen ‘het’ er niet, blijkbaar. Ze binden er complexe en begeleidingsintensieve casuïstiek aan de muur. Hoe kan ‘s Heeren Loo hier in vredesnaam mee wegkomen? Hoe kan je zo openlijk falen in je werk, om vervolgens over te gaan tot de orde van de dag? Zo, die woede is er uit. Heerlijk. <<