Reconstrueer de Egyptische opstand – dat is in een notendop de opdracht van mijn eindredacteur. Waar te beginnen? Bij Google Timeline. Daarin het nieuws van de afgelopen maanden, keurig gerangschikt op dag, week of maand. Zoals deze editorial in de USA Today (16 januari 2011, 19:37 uur). Daarin de (scherpe) waarschuwing dat Tunesië wel eens het begin van een nieuw geluid in het Midden-Oosten zou kunnen zijn:
If Tunisia can be so easily destabilized, what of Egypt, vastly larger and more influential and ruled by aging despot Hosni Mubarak? When Mubarak made a move toward liberalization about two decades ago, the radical Muslim Brotherhood rapidly gained support. A crackdown followed. The Brotherhood, now with al-Qaeda links, is still under Mubarak’s thumb, but he is aging out and trying to install his son as successor. Not a promising scenario, but one that repeats with variations elsewhere in the region.
The Atlantic legde ongeveer twaalf uur later (17 januari 2001, 07:00 uur) ook een verband tussen het gedwongen vertrek van Zine El Abidine Ben Ali en de mogelijke consequenties hiervan voor de stabiliteit van het regime in Egypte. Enkele honderden demonstranten vierden bij de Tunesische ambassade in Caïro het opstappen van Ali, maar werden
(…) ultimately beaten back by security forces, their swift mobilization immediately revived activists’ hopes for a region-wide “Arab Spring,” in which the “Tunisian scenario” would be replicated in Egypt and beyond.
De honderden demonstranten zetten nog nauwelijks zoden aan de dijk. Het regime reageerde op 18 januari wel. In een (exclusieve) reactie van de minister van Cultuur voor de AlMasryAlYoum neemt ook het regime afstand van de troonopvolging van Mubarak door diens zoon. tegelijkertijd ontkent de minster een verband tussen de opstand in Tunesië en een mogelijke opstand in zijn land:
“We all stand against the inheritance of power, including President Hosni Mubarak himself,” Egyptian Culture Minister Farouk Hosni said this week in exclusive statements to Al-Masry Al-Youm. Hosni ruled out the possibility that Egypt would witness a political uprising similar to that seen in Tunisia. Unlike the troubled North African country, he asserted, “We have freedom of expression here.”
Het verband tussen beide landen door media steviger en steviger aangesnoerd. Na een zelfverbranding in Tunesië steken voor en op 20 januari ook in Egypte mensen zichzelf in brand als protest tegen het regime. En op 20 januari heeft Russion Today beelden van politieagenten die meefeesten met de groeiende massa demonstranten in Caïro. De eens zo gevreesde zwaardmacht lijkt in kleine groepjes de kant van demonstranten te kiezen.
Opvallend aan de berichten is de rol die het opvolgingsvraagstuk heeft gespeeld (hoe gaat Mubarak om met de uitkomsten van de verkiezingen die in december vorig jaar zijn gehouden), de economische omstandigheden in een relatief jong land (veel Egyptenaren zijn rond de dertig) en de revolte in Tunesië die als voorbeeld/inspiratie heeft gediend. Dat lijkt, na een korte scan van oude berichten, een explosieve cocktail op te leveren die de revolte tegen de 82-jarige president dwong om af te treden.
Ik weet niet of de opvolging van staatshoofden in Jemen en Bahrein actueel is, maar ook daar is een jonge populatie werkloos en blut. De prijzen zijn er hoog. En daar hebben ze nu twee voorbeelden van wat een opstand tegen het regime vermag: Tunesië en Egypte voedt hun gevoel politieke doeltreffendheid. <<