Iedereen zijn eigen ontwerper en fabriekje: 3D printen emancipeert vormgeving en design. En vervuilt.
The Economist wijdde er een paar bladzijden aan, DWDD (VARA) sprong er handig op in: 3D-printen. Het principe is heel eenvoudig: je voert een technische tekening van een viool in, drukt op ‘print’ en na een uur of wat wachten rolt er een heuse viool uit de printer. Sterker – een van de ontwikkelaars van de technologie probeerde hetzelfde met een koekoeksklok. Na wat vruchteloze pogingen lukte het: de klok kwam uit de printer, kreeg een zwengel en liep.
3D printen is een nieuwe technologie met verregaande consequenties voor economische wetten. Precies de reden voor The Economist om er zo enthousiast over te worden. Leuk hoor, een voetbalfluitje in de studio of een koekoeksklok van opa die na een zwaai loopt, het gaat om de gevolgen. 3D printen reduceert de kosten van maatwerk drastisch. Was het een economische wet dat alleen massaproductie de prijs drukt, met deze nieuwe technologie wordt de prijs van maatwerk nog verder gedrukt. Uniciteit en eenmaligheid is straks goedkoper dan de massa.
Daarnaast emancipeert het ontwerp en de vormgeving. Heeft de Ikea vorm en trends door lage kosten geëmancipeerd en is design voor iedereen toegankelijk, nu is vormgeving en design zelf geëmancipeerd. Want op uw bureau, in uw garage of tuinhuis (al naar gelang de wenselijke grootte van het te printen object) staat uw eigen fabriek. Eén druk op de knop en u heeft het. Niets weerhoudt ons er nog van. En daar zit direct een bezwaar tegen deze nieuwe trend: ons milieu. Exclusiviteit weerhoudt de massa om van mooie spullen te genieten, dat uitgestelde genot spaart tegelijkertijd het milieu. <<