De New York Times en The Guardian zijn van de eerste opwinding bekomen: Julian Assange heeft zijn terrabyte aan cables overgedragen dus kan hij zelf kritisch tegen het licht worden gehouden. De Britten komen binnenkort met een onthullend boek over de hacker met het troebele karakter en ook de Amerikanen hebben een (video)boekje opengedaan.
Dat Assange een troebel figuur is, blijkt niet alleen uit de journalistieke karakterschets van Britse en Amerikaanse journalisten die met hem werkten. Wij wisten dat juni vorig jaar ook al, als u The New Yorker had gelezen tenminste. In een uitstekend stuk van Raffi Khatchadourian (No Secrets) borrelt het beeld op van een onaangepaste nerd die bij gebrek aan duurzame sociale contacten in zijn computer vluchtte. Zijn ouders hadden een rondreizend poppentheater. Assange kwam al snel in aanraking met justitie na zijn vele hackpogingen in overheidscomputers.
Toen, in juni 2010 dus, wist Assange nog niet precies wat hem overkwam. Hij was vooral kwaad over het stuk in de New Yorker. Het was een onnodige ‘psychologisering’ van zijn queeste tegen de gesloten overheden. Naïef, noemde de Nederlandse ICT’er Gonggrijp hem. Uit de karakterschets van NYT- en Guardian-journalisten, ruim een half jaar later, borrelt een ander beeld op: manipulatief, achterdochtig en een vooringenomen hekel aan Amerika. Assange leerde snel.
Interessant, want dat beeld hadden de onderzoeksjournalisten ook van het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken voordat ze in 92.000 cables mochten grasduinen: arrogant, naïef en een vooringenomen hekel aan anti-Amerikaanse sentimenten (hoe intelligent ook). De journalisten zagen zich daarin niet bevestigt, maar haalden uit die terrabyte diplomatieke post een tegenovergesteld beeld.
Die diplomaten kunnen schrijven, ze zitten tot in de haarvaten van de samenleving waar ze zijn gestationeerd, zijn uiterst genuanceerd, goed in het aanwijzen van formele en informele leiders en, last but not least, in veel gevallen betrokken bij de plaatselijke situatie. De lek van de eeuw zou wel eens ongekend positief PR-effect voor het Amerikaanse State Department kunnen hebben. Geplaagd door het imago van doofstomme, autistische politieagent van de wereld, blijkt de Amerikaanse diplomatie veel rijker en genuanceerder te opereren dan het optreden van Amerikaanse militairen wereldwijd suggereert.
Assange: hij is toch de gevallen held. Zijn verschijning is gelijk zijn ‘rol’ geëvolueerd, signaleert één van de journalisten. Hij kwam in slobberige spijkerbroek en leren jackie, met een rugzak vol kabels, een laptop en USB-sticks vol cables. Hij bestelde kaas en twaalf oesters tijdens een etentje zonder een hotelkamer te hebben. Hij mocht crashen op de bank bij één van de Guardianites waar hij de hele nacht computerde, tot hij, in zijn kleren, boven zijn toetsenbord in slaap viel. Nu is hij gecoiffeerd, mooi pak, geblondeerd.
‘Impossible to adopt to‘, zei de journalist. Op minimaal twee redacties in deze wereld toch een gevallen held. Want ook dat is een mooi verhaal. En laten we eerlijk zijn – de krant moet natuurlijk wel gewoon verkocht. Ook als onze belangstelling voor de cables door gebeurtenissen in Tunesië en Egypte wordt overspoeld. <<