De opleiding voor rechters is uit de tijd. Wie briljant is in strafrecht, maar bij civiel faalt, gaat verloren. Doodzonde.
Een familielid wil rechter worden, een vriend van ons is het. Da’s geen sinecure. Ook niet voor de ‘achterblijvers’. Er gaan veel uren in zo’n opleiding zitten. Terecht. Je bent rechter voor de rest van je leven. En vaak een significant other voor anderen. Daar moeten we niet te licht over denken. Dus hebben we nu een brede opleiding voor rechters in spe. Alle aspecten van het vak komen aan bod. En dat is vreemd. Het is alsof je solliciteert bij Shell en eerst moet slagen voor personeelszaken, opzichter op een olieplatform en voorlichter. U voelt ’em al aankomen: dat hoeft bij Shell dus niet. Maar bij de rechterlijke macht wel. Vreemd.
Nu zijn ellenlange sollicitatieprocedures helemaal in. Kijk maar naar de interactieve zoektochten naar nieuwe zangers/zangeressen, topkoks of liefjes voor boeren. Ronde na ronde ploeteren kandidaten voort. We zijn gewend geraakt aan alle voorwaardelijke stappen in het proces van sollicitant tot nummer één. Dat hebben programmamakers goed afgekeken bij rechters. Die moeten ook alles kunnen. Lukt één onderdeel niet, dan is het exit. Los van de vraag of iemands talent wel ligt bij het onderdeel waar hij (of zij) op faalt. Een briljante strafrechter hoeft civiel toch niet tot in de puntjes te beheersen (en andersom)?
Het lijkt mij juist heel gezond voor de rechterlijke macht als vers bloed ook uitgenodigd wordt voor een positie op basis van hun voorkeuren. Dus niet: hoe komen we aan meer van dezelfde kandidaten (hoe handhaven we de huidige status quo)? Niet de vraag wat de huidige rechters willen, maar wat de nieuwe generatie wil moet centraal staan in de selectie. Dus wel: waarin willen nieuwe kandidaten excelleren en hoe gaan wij – de macht zelf – dat organiseren en faciliteren? Hoe kunnen we het beste uit nieuwe mensen halen en niet hoe kunnen we goede mensen kneden voor ons vak. Dat is namelijk heel erg 2010.
En mocht u vinden dat wisseling in functies goed is voor de gehele organisatie, moet de economische geschiedenis van het ‘specialisme’ (Marx of Weber maakt in deze niet uit) er nog maar eens op naslaan. Specialiseren heeft ons ongekende voorspoed gebracht. De allround vakman levert wel kwaliteit, maar is slechts voorbehouden aan de elite – en heel 2010. En als hij faalt, is het snel met zijn imago gedaan. De kritiek op zijn ‘handarbeid’ zwelt dan aan. Te duur, te breed in een te complexe wereld. We gaan al snel op zoek naar automatisering. Het is een beetje de tweesprong waar de rechterlijke macht aan het eind van dit jaar op staat. Voelt u voor meer handenwerk door breed opgeleide allrounders: dan linksaf. Voor een moderne, gespecialiseerde rechterlijke macht: hier rechtsaf. En wie niet kan kiezen, moet dan maar blijven staan. Maar blokkeer de boel niet voor het achteropkomend verkeer. <<