Verhagen heeft zijn kaarten zo stijf tegen de borst gedrukt, dat de afbeelding ervan waarschijnlijk in spiegelbeeld op zijn borstkas staat. De vraag is echter niet welke kaarten hij heeft, maar hoe hij ze gaat spelen.
De kaarten van Verhagen zijn niet bijzonder sterk. Met twintig zetels verlies aan je broek heb je geen kwartetje azen of heren. Dat hoeft ook niet. Om te winnen is soms een dubbel of trippel genoeg. De kaarten zijn belangrijk, zeker, de speelwijze en strategie – precies de reden om het pokerspel niet als kansspel, maar als vaardigheidsspel te kwalificeren – is even belangrijk. Als Verhagens kaarten dus niet zo belangrijk zijn, hoe gaat hij ze dan spelen? Er zijn mijn inziens vier speelstijlen: principieel, partijpolitiek, pragmatisch en persoonlijk.
Principieel: Wilders is een gekwalificeerd gevaar voor de Nederlandse rechtstaat en extreem rechts. Dat concluderen sociaal-wetenschappers na kort overleg met de opdrachtgever voor hun onderzoek – Binnenlandse Zaken. Zo morrelt Wilders aan de vrijheid van godsdienst en wil een kopvoddentaks invoeren. Het zijn principiële punten waarover het CDA niet wil praten. Dat is tenminste de voorwaarden die gesteld zijn aan meer serieuze onderhandelingen die moeten volgen op de informele gesprekken die Lubbers nu houdt. Als uit die gesprekken blijkt dat Wilders zijn principes niet prijs wil geven, dan houdt het CDA zich ook aan haar principes.
Partijpolitiek: Wie is de baas over de electorale ruïnes van het CDA? Welke koers gaat de partij varen om het historische verlies van twintig zetels goed te maken? Wie gaat als stuurman die koers uitzetten en bewaken? Het zijn fundamentelere vragen dan regeringsdeelname aan een rechtse regering. Alle externe prikkels, weet Verhagen, is munitie voor interne fracties en fricties. ‘De’ linkervleugel heeft zich al geroerd: geen deelname aan een coalitie met de PVV. Rechts-CDA houdt wijselijk haar mond.
Pragmatisch: Deelname aan een coalitie is de raison d’etre van een politieke partij. Het gaat het CDA, net als al die anderen uiteraard, om macht. En macht heb je in de Trevezaal en niet in zaaltjes van Odijk, Wageningen of Heerlen. Er valt altijd een mouw aan de PVV te passen. Wilders heeft aardig de wind eronder. Mocht één van de PVV’ers inderdaad uit de kruiwagen kikkeren en de meerderheid om zeep helpen, dan is de PVV ook degene die breekt. Dat is een handige troef in de verkiezingen die volgen – verkiezingen waarin het CDA weer aan haar electorale basis kan werken.
Het is de vraag hoe Verhagen persoonlijk met deze drie posities omgaat. Is hij vatbaar voor de wens van Beatrix (via Lubbers) om snel tot een stabiele regering te komen? Heeft hij genoeg zelfvertrouwen om het CDA achter een rechtse coalitie te scharen? Het is Verhagen die zijn kaarten tegen de borst drukt, het is Verhagen die straks gaat onderhandelen en het is Verhagen die daarover verantwoording aflegt. Enige persoonlijke voorkeuren, ingegeven door de achterban, spelen daarbij een rol. Welke dat zijn, weet alleen Verhagen. <<