CYBER WAR | Gelukkig – in 2012 heeft Defensie haar digitale weerbaarheid op orde. Da’s een hele geruststelling.
Syrië maakte op 6 september 2007 hardhandig kennis met – de mogelijke – consequenties van cyber war. Met een journalistiek gevoel voor drama tekent Richard A. Clarke in zijn boek Cyber War het incident op:
Without warning, what seemed like small stars burst above the site, illuminating the area with a blue-white clarity brighter than daylight. In less than a minute, although it seemed longer to the few Syrians and Koreans still on the site, there was a blinding flash, then a concussive sound wave, and then falling pieces of debris.
Israëlische bommenwerpers, F-15 Eagles and F-16 Falcons, stampen in mum van tijd een bouwproject aan dat volgens hun inlichtingen een eerste stap op weg naar een Syrische atoombom is. Ze zijn onzichtbaar het Syrische luchtruim binnengedrongen en hebben, zonder tegenstand vanuit de lucht of grond, de bouwplaats met Noord-Koreaans atoomkennis verwoest. Clarke tekent, met het zo kenmerkend, Amerikaanse gevoel voor suspense op
What the Syrians slowly, reluctantly, and painfully concluded the next morning was that Israel had “owned” Damascus’s pricey air defense network the night before. What appeared on the radar screens was what the Israeli Air Force had put there, an image of nothing.
De Syriërs hadden een avond lang naar een plaatje van hun luchtruim zitten turen. Op scherm was het leeg, in werkelijkheid vlogend e Israëlische bommenwerpers ongestoord door hun luchtruim. Een truc die we kennen uit Ocean’s Eleven waarin een bankkluis wordt overvallen op video. Iedereen zit er met zijn neus bovenop, maar wat ze zien, blijkt niet te kloppen met de werkelijkheid. Het is één van de wapens in de cyberstrijd tussen naties. Wie in staat is de defensieve en offensieve systemen van zijn tegenstanders te kraken, heeft in het militaire slagveld van de toekomst een groot voordeel.
Knops (CDA), Voordewind (CU) en Eijsink (PvdA), alledrie niet achterlijk, wilden van Middelkoop weten hoe Defensie zich voorbereid op mogelijke cyberaanvallen. Het antwoord op die vraag is allerminst hoopgevend.
Defensie is in toenemende mate afhankelijk van betrouwbare, veilige en beschikbare netwerken en andere ICT-applicaties. Om de inzetbaarheid van de krijgsmacht te blijven waarborgen, zal Defensie haar digitale weerbaarheid de komende jaren belangrijk moeten versterken. Daartoe wordt op korte termijn de in mijn eerdere brief aangekondigde initiële beleidsvisie vastgesteld ten aanzien van de taken (waaronder offensieve) en verantwoordelijkheden van de krijgsmacht in het digitale domein.
Amerika heeft al een tijdje een Cyber Command ingericht – voor zowel defensieve als offensieve taken. Het command is niet alleen bedoeld om Amerika’s defensienetwerk te beschermen tegen aanvallen van buiten, maar ook om een eerste blow uit te delen. Daarvoor worden momenteel ook logische wapens ontwikkeld. Wapens waarmee netwerken kunnen worden platgelegd, eenvoudig intelligence kan worden verkregen of informatie kan worden gewist.
En Nederland?
Er wordt al veel gedaan om digitale onveiligheid tegen te gaan, zowel door publieke, private als internationale partijen. Zo zal het eigen Defensie Computer Emergency Response Team (DEFcert) de komende periode verder worden versterkt en naar verwachting in 2012 volledig operationeel zijn.
Dat stel gerust. In 2012 zijn we er helemaal klaar voor! <<