‘What is it to have good judgement in politics? What is it to be politically wise, or gifted, to be a political genius (…)?’ Dat vroeg Isaiah Berlin zich af in zijn essay Political judgement. Een actueel essay, want er komt weer een nieuwe politieke kaste aan de macht.
De Britse ideeënhistoricus en politiek filosoof heeft een lange aanloop nodig voor een eenvoudig en charmant (doch lang) antwoord:
‘In the realm of political action, laws are few indeed: skills are everything. What makes statesmen, like drivers of cars, succesfull is that they don’t thin in general terms – that is, they do not primarily ask themselves in what respect a given situation is like or unlike other situations in the long course of human history (…). Their merit is that they grasp the unique combination of characteristics that constitute this particular situation – this and no other.’
Vaardigheden dus – politiek is volgens Berlin een vaardigheid en geen wetenschap. We kunnen mensen niet scholen in het politieke vak, we kunnen ze volgens Berlin geen ‘staatsmannen’ maken. Waarom de belezen koning Joseph II van Oostenrijk niet wordt erkend in de geschiedenis, maar de onbelezen tijdgenoten Frederick de Grote en keizerin Catherine wel, is volgens Berlin te verklaren door niet te wijzen naar de stapel boeken die Joseph II verslond, maar de vaardigheden die zijn tijdgenoten hadden. Dat betere, intuïtieve begrip van het publieke leven, bepaald wie een goed politicus is. En wie niet.
Was Den Uyl nu een betere politicus dan Wim Kok?, klinkt als een heiloze vraag. In Berliaanse termen klinkt die vraag echter een stuk eenvoudiger: wie was er beter in het ‘lezen’ van het publieke leven? Den Uyl of zijn opvolger? Wie van de twee zag de prioriteiten in dat publieke leven beter, benoemde ze en ging er vervolgens mee aan de slag? En Balkenende, is hij gegeven de politieke instabiliteit, werkelijk zo’n slechte politicus geweest? Zou Rutte in vergelijking met de christen-democraat een betere premier zijn?
De VVD-leider heeft een lastige trackrecord in het lezen van het publieke leven. Had hij het vertrek van Wilders en Verdonk niet eerder kunnen zien aankomen? Was hun vertrek echt de enige ‘oplossing’ voor het interne conflict waardoor de politieke situatie nu zo onbestuurbaar lijkt? Na Wilders excommunicatie is zijn gedachtegoed duurzaam geïnstitutionaliseerd in de Haagse politiek. Maar liefst 24 zetels heeft hij en oefent hij, ook al zit hij niet aan de onderhandelingstafel, grote invloed uit. Net als de ‘bescheiden’ Max Verhagen van het CDA trouwens.
Het zijn vragen aan de geschiedenis waar we met inzichten in persoonlijke dilemma’s antwoord op kunnen geven. Het is vrijwel onmogelijk om nu al te bapalen of Balkenende de kwaliteiten van een goed staatsman miste of wel had. Daarvoor is de geschiedenis, waarop hij zijn stempel trachtte te drukken, nog niet gestold. Daarvoor zijn zijn sporen nog niet uitgehard, laat staan die van Rutte. Misschien kunnen we wel al beginnen met een vergelijk tussen Den Uyl en Kok of Van Agt. Van Kok is er nog geen, van Den Uyl en Van Agt zijn er al wel goede biografieën verschenen. Een mooie taak voor studenten politieke wetenschappen: wie was er nu echt beter? Met andere woorden: wie las het publieke leven nu beter? <<