Hoe versla je de onderhandelingen waarover maar spaarzaam informatie naar buiten komt? Politiek commentatoren kiezen steeds uit drie invalshoeken en laten de meest voor de hand liggende liggen.
Halsema was verbolgen. Ze dacht met journalisten van doen te hebben, bleek één van hen van de RVD te zijn. En dat terwijl ze informeel en vertrouwelijk uit de school wilde klappen over de onderhandelingen met de informateur. De RVD’er maakte echter aantekeningen van haar ontboezemingen. En dat is tegen de Haagse usance. Want wie inzage geeft in geheim overleg, doet dat zonder geciteerd te worden. Opname apparatuur gaat uit en notitieblokjes gaan dicht. Halsema had er geen zin meer in en besloot vervolgens te zwijgen. En zo droogde een belangrijke bron voor formatienieuws op.
De RVD’er tipte de lijsttrekker van GroenLinks en de aanwezige journalisten om niet zo te zeuren en hun tête-à-têtes vooral in Nieuwspoort voort te zetten – de journalistenkroeg om de hoek. Dat kwam hem vervolgens weer op een onaangename sneer te staan. De RVD bood niet veel later (terecht, denk ik) haar excuses aan. De medewerker stond er slechts om kritische vragen en (de ministeriële) antwoorden aan Balkenende te noteren en door te briefen om zo blunders bij de wekelijkse persconferentie te voorkomen.
Lastig: nieuws maken als er weinig nieuws is. Iedereen voelt het belang van de formatie, maar de deuren blijven gesloten. De onderhandelingen zijn al lastig genoeg aan de achterban uit te leggen, laat staan aan de verzamelde pers die er toch mee aan de haal, lees: het interpreteren gaat.
En juist dat – de interpretatie – is één van de vier invalshoeken die politiek commentatoren volgens de Economist-columnist Bagehot (pseudoniem voor niet nader genoemde redacteur) kunnen kiezen in hun dagelijkse drang nieuws te brengen. Voorspelling en advies zijn twee andere en één voor de hand liggende invalshoek, schrijft Bagehot in zijn afscheidscolumn, kiezen politiek commentatoren meestal niet: het feitelijke verslag. Wat is er nu eigenlijk gebeurd? Dat komt, analyseert de columnist van het Britse weekblad, door ontwikkelingen op de journalistieke markt.
Want op die markt staat provocatie hoger aangeschreven dan consideratie. Wie gehoord wil worden, moet harder schreeuwen dan zijn buurman. Blogs als deze voeren de spanning alleen maar op. Dan helpt het niet dat die politici (in de UK dan) zich ook nog eens als boeven gedragen. Ze gebruikten gemeenschapsgeld voor het aanleggen van een pornocollectie, het onderhouden van hun moeders huis of tuin. Zulke ‘professionals’ mag je kei- en keihard aanpakken. Sterker: dat is je plicht als journalist – meegaan in de heersende, politieke cultuur.
En die is ook in Nederland, verhard. Ook ik maak schuldig aan interpreteren, voorspellen en adviseren in plaats van een feitelijke weergave. Die feitelijke weergave is ook lastig. Ook dat komt door externe ontwikkelingen: die op de informatiemarkt. Steeds meer woordvoerders die steeds professioneler risico’s voor hun opdrachtgever weten te minimaliseren. De meeschrijvende RVD’er is er een direct voorbeeld van. Nooit eerder moesten zoveel journalisten en zoveel meer voorlichters met zo weinig nieuws zoveel tijd en kolommen zien te vullen.
Dan ben je snel door je feiten heen. Wat dan rest is er zelf mee aan de slag te gaan. Elke week op deze plek. Met volgende week: politiek oordeelsvermogen. Wat is dat eigenlijk: een ‘goede’ politicus? En wat bedoelen we als we een staatsman ‘slecht’ vinden? Hoe bepaal je dat Den Uyl ‘beter’ was dan Van Agt of Kok slechter dan Lubbers? Kortom: een zoektocht naar de kwaliteit(en) van de Nederlandse, politieke kaste. <<