Ik ben eruit: Het RefDag mag van mij los gaan in een hoofdredactioneel commentaar op Ban Ki Moons bemoeienis met twee homoseksuelen in Malawi.
Ban Ki Moon was al afgereisd en de twee mannen waren alweer vrij toen RefDag besloot om er een commentaar over te schrijven. Voor de goede (volg)orde: eerst was er de humanitaire interventie van de secretaris-generaal, pas toen droop het venijn uit de reformatorische pen. Het commentaar heeft dus op geen enkele wijze de vrijlating van de Malawiërs kunnen frustreren. Er is geen verband aantoonbaar tussen het commentaar en de moeite die Ban Ki Moon zich waarschijnlijk heeft moeten getroosten om beide mannen (terecht) vrij te laten.
Met het commentaar heeft RefDag de twee homoseksuelen die in Malawi veertig jaar arbeid zouden hebben moeten verrichten (hoeveel werkwoorden kan je aaneen rijgen) geen enkel leed aangedaan. De vrijheid van meningsuiting van de orthodox christelijke krant heeft op geen enkele wijze de vrijheid van de Malawiërs gefrustreerd. Dat andere homo’s dan beide Malawiërs nu beledigd zijn, is begrijpelijk, maar het RefDag als zodanig niet aan te rekenen. Zij vinden dat beide mannen in Malawi in zonde leven’. De refo’s vrezen dat ook in Nederland mensen ongestraft in zonden mogen leven.
Waar in deze (vreemde) redenering frustreren zij daarmee de vrijheid van Nederlandse homoseksuelen homoseksueel te zijn? De mening van RefDag is slechts een kwalificatie van het, in hun ogen, onwenselijke gedrag. De kwalificatie an sich lijkt me geen enkel beletsel je vriend eens een lekkere knuffel te geven … Het lijkt me evenmin een beletsel voor het RefDag daar iets van te vinden. Zo lang je niet zoent op de redactie van het dagblad en journalisten van RefDag homo’s in het publieke domein met rust laten, zie ik geen bezwaar tegen het naast elkaar bestaan van homoseksualiteit en een reformatorisch mensbeeld. <<