Als je ambtenaren voorstellen voor bezuinigen laat schrijven, moet je niet piepen over gebrek aan politieke visie. Sowieso een loos argument: politiek is bij uitstek visie. Een heleboel visies zelfs.
Vooral vakbonden reageren op voorspelbare wijze op het ambtelijke huiswerk dat gisteren af was. De operatie ontbreekt aan maatschappelijk visie, ze hebben vooral intern hun processen eens tegen het licht gehouden. Sterker: het mist de gehele politiek aan visie omdat ze de zoektocht naar bezuinigingen aan de ambtenaren hebben uitbesteed.
Ik vind het altijd zo’n hol argument – de politiek verwijten dat ze geen visie heeft. Alsof die visie als een kenbare en hapklare waarheid boven de partijen zweeft en daar uit onwil haar te vatten en toe te passen ook blijft hangen. Het argument van een visieloze politiek is eigenlijk het argument van een onwillige politiek: DE oplossing is er wel, maar ze (in Den Haag) willen er maar niet mee aan de slag.
Ik wil graag weten over welke visie we het dan hebben. Als-ie er is en partijen laten die uit onwil inderdaad een beetje boven de markt hangen, dan hebben we toch met een gigantisch schandaal te maken? Of zou het anders zijn? Zou er helemaal geen VISIE met hoofdletters bestaan, maar is politiek eerder het vreedzame debat over verschillende visies? Een civiele dialoog over probleemanalyses, standpunten en af en toe een onzinnig idee?
Los daarvan: als je ambtenaren vraagt naar bezuinigingsmogelijkheden en je verbaast je over de collectie die zij hebben aangelegd, wat doe je dan in de politiek in the first place? Het huiswerk is mooi brandstof voor de komende campagne. Op Facebook merkte Hans Wagner op dat het nu een lastige campagne voor Wilders gaat worden. Wie wil lang nadenken over een hoofddoekjesverbod als er 36 miljard minder mag worden uitgegeven? Het wordt een heel inhoudelijk debat – maar niet zonder visie. Ik denk dat we heel veel visies gaan horen.
Ik heb ooit, in mijn studententijd, een politieke partij zonder programma opgericht. Volgens de kiezersonderzoeken van toen zou die het heel aardig kunnen doen. We hadden één punt dat al die mensen bedient die vinden dat de politiek visieloos is: niet lullen, mouwen opstropen en poetsen! We hadden nergens over nagedacht en dat wilden we ook niet. Wij waren een partij zonder programma. Toen een hoogleraar politieke theorie ons vroeg waar we dan wilden poetsen, waarom en wie dat dan moest doen en hoeveel daarvoor moest worden betaald (de politieke vragen, immers), antwoordde onze lijsttrekker: ‘Als u het niet weet, wie ben ik dan om het u te vertellen?’
Prachtig, democratie. Prettige Paasdagen! <<