Te weinig bewijs, bewijs op basis van verkeerde interpretaties, te bureaucratische opstelling tijdens het onderzoek, feitelijke weigering van wederhoor en selectiviteit. Niet eens tussen de regels door, maar openlijk maakt Scheltema gehakt van de Autoriteit Financiële Markten (AFM).
Daar was-ie dan – het lang verwachte rapport over de geschiktheid van Zalm als bestuurder van de ABN AMRO. Scheltema had het werkstuk 26 januari al naar minister De Jager gefaxt, vandaag stuurde deze het naar de Kamer. In de het onderzoek veel aandacht voor de verschillen tussen de bestuursbeoordeling van de AFM en DNB. Bottom line: waar DNB vertrouwen had in het kunnen van Zalm, miste AFM die. Een verschil dat ook Scheltema opvalt. Over de AFM is hij zeer kritisch: ‘Op enkele punten wordt [door de AFM, SL] geconcludeerd tot onvoldoende deskundigheid op een wijze die niet voldoende overtuigt.’ Het kan nog erger:
‘Bij de herbeoordeling heeft DNB de leidende rol. In dat licht zou het voor de hand liggen dat de inbreng van AFM zich concentreert op de gedragstypische aspecten. Het is dan opmerkelijk dat twee van de drie kempunten die tot de onvoldoende deskundigheid van de heer Zalm leiden, in wezen geen gedragstypische aspecten betreffen. Het gaat over onderwerpen die een algemeen karakter hebben, en voor de terreinen van beide toezichthouders relevant zijn. Men zou verwachten dat die aspecten ter beoordeling gelaten worden aan de toezichthouder die als vergunningverlener de meeste kennis daarover heeft.’
Met andere woorden: AFM heeft uitspraken gedaan over onderwerpen waar ze a) geen uitspraak over had moeten doen en b) niets van af weet.
De AFM lag niet al alleen onder vuur omdat ze de val van de DSB niet heeft weten te voorkomen, nu ligt de autoriteit onder vuur omdat ze een ware heksenjacht op Zalm blijkt te hebben ingezet. Conclusie van Scheltema: ‘De aanbeveling bevat een onvoldoende onderbouwing voor de conclusie tot heenzending van de heer Zalm. Zij besteedt te weinig aandacht aan de vraag wat de heer Zalm in de gegeven structuur en omstandigheden redelijkerwijs kon bereiken, neemt de deskundigheden die kunnen blijken uit de werkervaring buiten de periode bij DSB te weinig in ogenschouw en trekt op verschillende plaatsen negatieve conclusies uit het handelen van de heer Zalm zonder dat de onderbouwing dit rechtvaardigt. De aanbeveling bevat niet de afweging die de beginselen van behoorlijk bestuur vereisen.’
In het begeleidend schrijven van De Jager merkt hij fijntjes op in gesprek te gaan met AFM en DNB. De laatste krijgt waarschijnlijk een compliment (Wellink is CDA’er – dus dat zal wel los lopen), de eerste een haal over de neus (Hoogevorst is VVD’er). De zwarte piet is uitgedeeld: Scheringa, Van Goor en de AFM zijn schuldig. DNB en Zalm niet.O ra est! De toezichthouders staan onder zware druk – deze slag lijkt door DNB gewonnen. <<