Nu het kabinet is gevallen, rijst de vraag wat ‘we’ met de PVV moeten: wel of niet in de komende regering? Ja, zegt Sebastiaan van der Lubben. Zo werkt de democratie. En ze kunnen er toch geen kwaad.
Als de PVV aan de macht komt, kunnen ze één belofte al heel snel inlossen: het verminderen van het aantal ambtenaren. In een enquête van het ambtenarentijdschrift re.Public in mei dit jaar gaf ongeveer de helft van de ondervraagden aan niet voor een PVV-minister te willen werken. Ze gaan liever thuis zitten dan hun handen uit de mouwen te steken. Er zijn volgens een aantal ondervraagden grenzen aan de loyaliteit van een ambtenaar. Want wie bij de overheid is gaan werken deed dat om iets op te bouwen – niet om af te breken. Nu het CDA of PvdA, daar zijn betrokkenen nog niet helemaal uit, de stekker uit dit kabinet heeft getrokken, komt voor een groot aantal ambtenaren dus een nachtmerrie uit. Zij zullen zeer waarschijnlijk over niet al te lange tijd, gezien de laatste peilingen, voor een PVV’er aan de slag moeten.
Hoe erg is dat eigenlijk?
Natuurlijk doemen beelden op van het rommelig kabinet Balkenende I. Het huwelijk met de LPF, vlak voor de verkiezingen onthoofd door de afschuwelijke moord op Pim Fortuyn, liep na 86 dagen al spaak. Dat nooit meer was zelfs de missie van Bakenende II. Nederland kan zich ook nu die chaos niet meer veroorloven. Dus liever geen onervaren ministers in een nieuw kabinet. Nee, stellen commentatoren, de PVV mag niet in de regering. Maar gebrek aan ervaring, wantrouwen en communicatieve blunders – ja, zelfs het negeren van staatsrechtelijke principes en conflicterende karakters is niet alleen aan onervarenheid te wijten.
Als iemand namelijk ervaring heeft met dergelijke rommelige kabinetten, dan wel Balkenende. En ook hij, als leider van Neerlands enige echte bestuurspraktijk, houdt met zeer ervaren ‘partijen’ PvdA en de staatsrechtgeleerden van de ChristenUnie de boel toch ook niet bij elkaar. Ook in tijden van oorlog en vrede, tegen de achtergrond van ons internationale aanzien en het vertrouwen dat wij kregen van bevolking in Uruzgan, lieten zij hun verantwoordelijkheid uit de handen vallen. Gebrek aan ervaring is een slecht argument om de PVV een plek in de regering te misgunnen.
Ook de inhoud van het PVV-program, door onderzoekers al bestempeld als extreem, is een slechte grond om regeringsdeelname bij voorbaat en op normatieve gronden af te houden. Met het zekere vertrek uit Uruzgan en de blunder richting de NAVO hoeven we op internationaal vlak de komende jaren geen beleid meer te voeren. Belangrijk is een goede minister van Buitenlandse Zaken te vinden die direct na de vorming van Balkende V aan enige herstelwerkzaamheden kan beginnen. Die post staat gezien de binnenlandse focus van de PVV waarschijnlijk toch niet op hun verlanglijstje.
De binnenlandse politiek, veiligheid, integratie en de economische crisis, hoeft evenmin een reden te zijn de PVV buiten de deur te houden. De monsterbezuiniging van 35 miljard euro komen namelijk uit de ambtelijke kokers en zijn al bijna klaar. Daarop heeft geen PVV’er nog enige invloed. De scenario’s zijn al doorgerekend door ambtenaren die in mei dit jaar in de re.Public enquête nog zo stoer stelden niets af te willen breken. Sterker: als de nieuwe regering de voorstellen serieus neemt, zullen diezelfde ambtenaren de komende jaren drukker zijn met uitvoeren van de door henzelf voorgestelde besparingen dan het verzinnen van nieuw beleid. Dat laatste kost klauwen met geld en dat hebben we niet meer. En of een PVV’er nu verantwoordelijk is voor wat ambtenaren zelf bedachten of een minister van een andere partij: het maakt niets uit. Blijft veiligheid en integratie over – twee prachtige onderwerpen voor een coalitieonderhandeling met drie of vier andere partijen. Lees: de verwatering van extremiteiten.
En juist die verwatering van extremiteiten is de raison d’etre van ons poldermodel. Gelukkig hebben we nooit geluisterd naar al die flirts met een politie stelsel waarin meer en duidelijker kon worden gepolariseerd. Godzijdank hebben we een politiek stelsel van minderheden overeind gehouden. Blijken commissies voor stelselwijzigingen wel progressief, maar de werkelijkheid stroperiger dan soms gewenst. Want we hebben nu een stelsel dat ruimte biedt aan nieuwe politieke stromingen zoals de PVV. Een stelsel dat die nieuwe partijen ook uitnodigt voor de macht. Maar tegelijkertijd elkaar zodanig aan elkaar bindt, dat niemand in zijn eentje kan bepalen. Ook de PVV niet en ook niet met een klinkende overwinning. Ik zeg: laat ze maar komen. Ze zijn van harte welkom. <<