Zelden was een actie van een geheime dienst zo openbaar als de moord op Hamas-leider Muhammad al-Mabhouh vorige week in Dubai. Het is ook een laatste uit het klassieke tijdperk voor contra-spionage, zeggen deskundigen.
Met je hoofd op de voorpagina – dat is toch de laatste plek wat je als geheim agent wilt staan. Het overkwam elf (vermoedelijk) Mossad-agenten vorige week. Een dag na de aanslag op Hamas-leider Mabhouh in een luxe hotel in Dubai konden krantenlezers all over the world zelf eens zien hoe zo’n 007 er nu in het echt uitziet.
Media wisten binnen 48 uur al te melden dat de agenten gebruik hadden gemaakt van gestolen paspoorten van Ieren, Britten, Fransen en Duitsers. Ze waren daags voor de aanslag vanuit Parijs, Zurich en Berlijn naar Dubia gevlogen. Daar hadden ze, met een kussen, hun opdracht uitgevoerd. Enkele uren na de uitvoer van dat doodvonnis, waren ze allemaal het land weer uit, de politie in Dubai achterlatend met een lijk en videobeelden zoals we die kennen van Opsporing Verzocht. Gevolg: een diplomatieke rel van jewelste: Dubai boos, Britten boos, de wereld boos.
De internationaal diplomatieke consequenties van de moord in Dubai moeten nog uitharden, een ander gevolg is meer direct: voor de klassieke vormen van contraspionage waar deze aanslag toch een voorbeeld van is. Nooit eerder werd zo snel na een aanslag zoveel duidelijk over daders en werkwijze, over signalementen en betrokkenen. Alsof de actie in de volle openbaarheid is gepland en uitgevoerd.
Terrorismebestrijders wijten die ‘openbaarheid’ paradoxaal genoeg aan het succes van anti-terreur maatregelen. Die maatregelen (biopaspoorten, videobewaking, informatie beheers- en deelsystemen) sporen niet alleen terroristen op, maar ook hun (paramilitaire) bestrijders. Ronen Bergman, onderzoeksjournalist, schrijft in de Wall Street Journal vandaag dat de planners van de aanslag geen rekening hebben gehouden met opsporingscapaciteiten van moderne staten.
De nieuwste technologie maakt het mogelijk in mum van tijd informatie te delen en te verspreiden. Het fijnmazige net heeft niet alleen onschuldige burgers als bijvangst, ook geheim agenten van (bevriende) staten raken erin verstrikt – als dolfijnen bij de tonijnvangst. Nieuwe technologie slaat hun gezichten op in databases waardoor ze hun (internationale) carrière gevoegelijk op hun buik kunnen schrijven. Geen van de elf verdachten zal Israël ongestraft kunnen verlaten zonder het risico te lopen alsnog verantwoording over ‘Dubai’ af te moeten leggen.
Nu staat uiteraard niet met honderd procent zekerheid vast dat de elf geportretteerden uit Dubai ook daadwerkelijk Mossda-agenten zijn (de dienst ontkent in alle toonaarden) of de moord daadwerkelijk hebben gepleegd (onschuldig tot het tegendeel is bewezen). Het feit dat het Verenigd Koninkrijk de Israëli’s om opheldering heeft gevraagd over het lenen van Britse identiteiten, wijst toch wel degelijk in die richting. <<