NGO’s brengen bij gebrek aan journalisten ter plekke zelf het nieuws. Een gevaarlijke cocktail van free publicity, propaganda en agendasetting.
Minder lezers, minder advertentie-inkomsten, minder nieuws. De riedel is gevoegelijk bekend. Nadeel: kranten gaan navelstaren. Ze richten hun blik meer en meer op onderwerpen die lezers interessant vinden. Complex leed in the making, humanitaire rampen in potentio krijgen niet meer de aandacht waarmee erger leed misschien kan worden voorkomen.
Er zijn simpelweg te weinig verslaggevers met verstand van zaken of, basaler, ter plekke. Oxfam noemt het de global swith-off – journalisten gaan offline en zetten hun computer pas aan als het al te laat is.Als er duizenden doden zijn gevallen, de slachtpartij voorbij is. Als spanningen een uitweg hebben gevonden die misschien voorkomen had kunnen worden als de rest van de wereld erover was geïnformeerd.
Het gat in de verslaggeving dat daardoor ontstaat, vullen NGO’s nu zelf in. Zij zijn immers wel aanwezig. Ze hebben contacten, netwerken en overzicht. Hulpverleners werpen zich dan ook graag op als verslaggever. Ze zijn benaderbaar, (bijna) gratis en dus handige voelsprieten voor krant en radio zonder eigen mensen in de regio. Iedereen een mannetje (of vrouwtje) ter plekke, satteliettelefoon aan en blazen maar! Bijkomend voordeel: indrukwekkende verhalen levert steun op. Geld, goederen, steun.
NGO’s krijgen zo de mogelijkheid de agenda te bepalen op een presenteerblaadje aangereikt. Journalistiek wordt zo een doorgeefluik voor beste-bedoelingen-nieuws van hulporganisaties. Media zullen meer en meer vertrouwen op deze goedkope oplossing voor hun correspondenten-probleem. Hun eigen kennis en inbreng zal beperkt blijven tot de keuze van de hulporganisatie die verslag mag doen. De grens tussen hulpverlening en verslaggeving vervaagt. De consequenties zijn nauwelijks nog te overzien. Dus: laptops aan en eropuit! <<