De discussie over niet-vaccineren gaat van start: Johan reageerde in meer dan 4000 tekens. Dan slaat mijn reactieformulier op hol. Daarom maar als entry gepost.
Beste Sebastiaan, ik mag jou wel. Alleen oordeel je wat te snel: en over mijn beweegredenen, en over onze twee traphekjes, én over mijn manier van geloven. In omgekeerde volgorde van het bovenstaande mijn explanatieën:
A.
Ik hoor niet bij die rechtscalvinistische groeperingen die om redenen van geloof zichzelf en hun kroost niet laten inenten. Ik zelf heb vroeger alle nodige prikken gehad en mijn kinders idem dito. Ik bespeur bij jou een nogal “van de gebeten hondige” reactie op mijn geloof, werk en ambt. Heel herkenbaar voor dominees die hun oortjes open houden. Mijn advies: je moet niet mij hebben, maar die lui die je met jouw vooroordelen hebben opgezadeld. Mijn geloof is uiterst praktisch en prettig en ik ben niet van de soort die anderen iets oplegt (tot groot verdriet van velen binnen en buiten “mijn” kudde trouwens). gnagnagna
B.
Ik heb bij ons thuis twee traphekjes geïnstalleerd, zowel boven als onderaan de trap. Desondanks is zoonlief al een keer naar beneden gestuiterd, omdat ik het onderste in grote haast had laten openstaan en ook hij uitging van het adagium “hoog, Sammie, kijk omhoog, Sammie” (om even actueel te blijven). Gelukkig heeft hij er behalve een blijvend littekentje op z’n bovenlip weinig aan overgehouden. Ehm ja, God zij dank, zeg ik dan toch maar. Als je bedenkt hoe mis het had kunnen gaan hebben hij en ik ten zeerste geboft (de bof heeft hij trouwens nog niet gehad… of zat dat tegenwoordig ook in die cocktail van het consternatiebureau?).
Twee traphekjes dus, omdat ik niet van het soort dominee ben die gelooft dat er om mijn gemakzucht op te vangen door God engelen bij mijn trap geposteerd staan.
C.
Nu waar het echt om ging: Vanaf het begin heb ik ernstig getwijfeld aan de ernst van deze “griepepidemie” des Mexicaansen virus. “Veel geschreeuw en weinig wol”, zei de duvel, en hij schoor een varken – luidt een oude zeispreuk die ik op school nog leerde (we mochten in de zesde een extra uur kiezen: Frans of spreekwoorden en gezegden… je raadt het al).
Kortom: ik vond vanaf het begin die Mexicaanse griep een overtrokken heisa. Dat ligt eerder aan het feit dat ik Achterhoeker ben dan aan mijn predikantschap. Gezien de cijfers van het RIVM is de kans dat mijn kinders of ikzelf griep krijgen en daarmee in een hospitaal belanden mini-minimaal. En al helemaal als daar een IC-opname van zou komen. Niet ik, maar jij lijdt aan de cognitieve dissonantie van het gebeurt wel of het gebeurt niet. Want jij bent bang dat het jou kroost (bijna zeker) zal overkomen. Ik merk dat mijn spruitjes in hun levensjaren (2 en 4) hooguit nog maar één keer ziek zijn geweest, en dan niet langer dan 1,5 dag. Die hebben dus wel wat weerstand. En een griepje eroverheen kan die weerstand alleen maar verhogen.
Vanuit die nuchtere redenering hebben wij als ouders ervoor gekozen om onze grutjes niet de overdreven moeite van de vaccinatie aan te doen.
Achteraf moet ik zeggen dat ik de chaos bij de vaccinatieactie zwaar heb overschat: de GGD’s hebben een waar logistiek wonder verricht (door de hun door God geschonken wijsheid? – hehehe).
Nog een aspect van onze beslissing is dat wij sowieso zo min mogelijk chemicaliën in ons lijf proberen te stoppen. Zelfs met paracetamol ben ik zuinig en ik laat me – waar ik de keus krijg – bij het vullen van kiezen en tanden ook niet verdoven. Mijn beroep is al “soft” genoeg, dus een beetje lijden… (sorry ik word wat ironisch, gna).
Mijn vertrouwen in God de Schepper en Hoeder heeft weinig te maken met de vraag of ikzelf of anderen wel of niet een ziekte overleven. Het heeft ermee te maken dat ik, gezond of ziek, springend of kreperend, biddend of vloekend, lachend of huilend, moedig of angstig nooit en te nimmer uit Gods hand kan vallen.
Het heeft ook te maken met het besef dat ik dat nu makkelijk kan zeggen, nu het mij en de mijnen goed gaat en dat ik er misschien nog eens heel anders over zal denken. En dat zelfs dan mijn God mij niet laat vallen.
Maar goed, jouw beeld van God en dominees staat blijkbaar al lang vast en je hebt geprobeerd mij in die mal te persen. Ik zeg je: daar pas ik niet in en God al helemaal niet. Tot zover, want ik neem aan dat je voor een speelse evangelisatiespeech niet echt ruimte wenst te bieden op je blog.
Mijn advies: je mag best een karikatuur van het christelijk geloof, dominees of God schetsen, zo lang je die maar niet als “the real thing” presenteert, of erger nog, gaat geloven dat jouw karikatuur de werkelijkheid is.
Zo, en nu mag je weer van je kast komen!
Greetz, Jominee