CIA ondervragers hebben gemarteld – zoveel is wel duidelijk. En soms kunnen ze ook niet anders.
Stel: u bent medewerker van de AIVD en u heeft een man staande gehouden en meegenomen naar een safe house (in de Sarphatistraat in Amsterdam). Na enig aandringen, nog allemaal binnen de marges, zegt hij vijf bommen in Amsterdam te hebben verstopt. Die bommen gaan over twee uur af, op het hoogtepunt van de jaarlijkse Uitmarkt. De terrorist doet verder het zwijgen toe en beroept zich op alle denkbare rechten die een verdachte in Nederland heeft.
Wat doet U?
Ontruimen? U bent blijkbaar nog nooit op de Uitmarkt geweest. Zoeken naar de bommen? U bent waarschijnlijk nog nooit Amsterdam geweest. De bommen af laten gaan? U bent nog nooit in een ziekenhuis geweest. De informatie uit de verdachte wringen? U heeft waarschijnlijk geen andere keus. En als u de informatie er uit heeft gewrongen, moet uw verantwoordelijke minister natuurlijk worden ontslagen. Daar is iedereen het hopelijk ook mee eens.
De casus is klip en klaar: er kunnen talloze levens worden gered ten koste van de schending van individuele mensenrechten. Hier is sprake van een consequentionalistische redenering: het doel (onschadelijk maken van de bommen) heiligt de middelen (de plaatsen waar de bommen zijn verstopt uit de verdachte martelen). De consequentie van niet handelen legitimeert het handelen. En precies dat is de verdediging van de CIA: als wij niet hadden gemarteld, waren er verschrikkelijke dingen gebeurt die u ons ook kwalijk had genomen. Maar dergelijke casus zijn lang niet altijd klip-en-klaar.
De martelingen, zeggen de geheim agenten, hebben veel, heel veel bruikbare informatie opgeleverd. Informatie waarmee veel mensenlevens zijn gered. Probleem is echter dat we die claim niet kunnen toetsen. We moeten de CIA op het woord geloven. En over dat woord zullen de Amerikanen nog een flink robbertje vechten. Is er wel een duidelijk en ondubbelzinnig verband tussen de martelingen, de informatie en het redden van meer mensenlevens? Dat is de centrale vraag waarover de Amerikanen gaan debatteren.
Dat doen ze trouwens in de openbaarheid – daar waar het debat en de consequenties ervan ook thuishoort. Want soms kun je niet anders dan verschrikkelijke dingen te doen om verschrikkelijker dingen te voorkomen: een duivels dilemma. En over de manier waarop je dat dilemma hebt opgelost, moet je in een democratische rechtstaat rekenschap geven en verantwoording afleggen. Want dan kan iedereen bepalen of je ‘juist’ hebt gehandeld. <<