Angst voor vreemdelingen

Met de uitslagen van IQ-tests in de hand, toonden Amerikaanse onderzoekers in de jaren veertig ‘objectief’ aan dat Latijns-Amerikaanse kinderen dommer waren dan autochtone, Amerikaanse kinderen. Wat bleek? De test had een sterke culturele voorkeur. Op de vraag wat er in een stenen huisje miste, tekenden Amerikaanse kinderen een deur en raam. Latino’s tekenden een kruis op het dak – een stenen huis, dat was een kerk. Met een aantal van dergelijke vragen vertroebelt de uitslag natuurlijk. De meest eenvoudige verklaring voor het opvallende verschil tussen onze angst voor vreemdelingen en die van andere Europeanen, is waarschijnlijk niet te wijten aan socio-economische of culturele factoren, maar aan de Kieskompas zelf. Nederlanders interpreteren de vragen over immigratie en immigranten mogelijk anders dan niet-Nederlanders. Hoe precies, behoeft onderzoek.

Schoonmakers
Toch zijn er gevoelsmatig factoren die de Nederlandse score kunnen verklaren. Eén daarvan is het verschil tussen wat ik ‘functionele’ en ‘culturele’ integratie wil noemen. Immigranten waren vanaf de jaren zestig tot de jaren tachtig vooral zichtbaar. We kwamen ze tegen op straat of als wij naar huis gingen en zij onze kantoren kwamen schoonmaken. Immigranten moesten vooral een baan en een inkomen hebben – ze moesten ‘functioneel’ integreren. Want alleen dan konden we het succes van ons beleid met objectieve cijfers inzichtelijk maken. En dat is gelukt. De tweede generatie allochtonen slaagt daar nog beter in. We komen ze niet meer op de gang tegen, bewapend met schoonmaakkar of stofzuiger als we huiswaarts keren, neen, ze zijn nu de eigenaar van het schoonmaakbedrijf, ze zijn onze directe collega en manager. Ze zijn niet alleen zichtbaar, we moeten nu interacteren. We moeten het samen doen, zogezegd. En bij die interactie spelen ‘culturele’ normen een belangrijker rol dan een vast inkomen.

Mijn wereld
Probleem is echter dat van ‘culturele’ integratie – waarbij waarden en normen centraal staan – nooit sprake is geweest. Behalve de verplichte taalles dan. Elke dag zoeken we dan ook naar nieuwe vormen van ‘interculturele interactie’ en niet iedereen kan die vinden. Ineens blijkt cultuur er toe te doen – een allochtoon is niet iemand met een baan, maar iemand met een andere blik op de wereld – een andere blik op mijn wereld. Er ontstaan conflicten waarbij we oplossingen niet hebben gecodificeerd – er zijn geen spelregels waar we ons op kunnen beroepen. Die zijn we in ons multiculturele streven vergeten. Dat vermoeit en maakt onzeker. Dat voedt onze weerwil en als die weerwil door Wilders wordt gekanaliseerd, komt die tot uiting. Die kaart speelde Fortuyn al voor Wilders.

Schokkend
De Rotterdamse socioloog waarschuwde ervoor dat van een geslaagde integratie geen sprake kan zijn, vanwege de inherente, culturele verschillen. Onoverbrugbaar, a priori. Er is dus maar één oplossing: zij passen zich aan of ze vertrekken maar. En plots staat door Fortuyn en met Wilders ‘cultuur’ hoog op de politieke agenda. De putdeksel gaat van onze onderbuik af. Want als het daar niet klopt, zei Fortuyn al, dan voel je je niet lekker in je vel zitten. De mate waarin Nederland uitkomt voor haar vreemdelingenangst, wordt mede bepaald door de mogelijkheid er nu eindelijk eens over te spreken. Heel simpel: het wordt ons gevraagd en dan mag je het weten ook. En het antwoord op die vraag – hoe wij dan over immigranten of allochtonen denken – is waarschijnlijk mede gevoed door concrete ervaringen in het publieke domein. Die ervaringen zijn schokkend: buschauffeurs die klappen krijgen, een lesbisch stel dat uit de buurt wordt gejaagd, een transseksueel en een joods gezin dat hetzelfde lot is beschoren, homo’s die in Amsterdam in elkaar worden geslagen, de moord op Theo van Gogh.

Gedrag
Incidenten die argumenten werden in een analyse van de staat der Nederlanden. Want het is geen ontoelaatbaar gedrag, neen, het is Surinaams, Somalisch, Marokkaans, Turks gedrag. Het is een uiting van hun culturele bagage en cultuur is de a priori reden dat ‘ze’ nooit zullen integreren. De cirkel is rond: die lui motten we niet. Opdonderen! Want we mogen eindelijk alles zeggen – de laatste Nederlandse factor die onze vreemdelingenangst wellicht verklaart. 2002 Heeft het debat opengebroken. We gaan gebukt onder libertijns extremisme: alles mogen we roepen. We hebben toch vrijheid van meningsuiting!?

Demcoratisch
Niet weerhouden door fatsoen of kennis babbelen we er lustig op los. Dat is kwalijk, vrezen commentatoren en politici. Die maatschappelijke polarisatie drijft ons uiteen. We verharden onze standpunten over en weer, er ontstaan kloven in de samenleving die zo verwijden dat, als we niet oppassen, niet meer overbrugbaar zijn. Ik ben minder sceptisch. Wilders rekt het politieke debat op, zeker. Hij verwoordt zijn standpunten op een manier waar we maar niet aan kunnen wennen, inclusief de incidentele tegenstrijdigheden. Misschien voedt hij onze angst voor vreemdelingen, misschien verwoordt hij onze angst voor vreemdelingen en misschien wel allebei. Bovenal verwoordt hij maatschappelijke problemen van een grote, electorale achterban en wil hij over mogelijke oplossingen politieke debatten voeren. Tot zover werken de democratische mechanismen dus uitstekend.

Succes!
Naar de echte motieven achter een stem is het altijd raden. Want stemmen op Wilders is één, maar wat die stem precies betekent, is onderdeel van het politieke debat zelf. Of we echt significant afwijken van andere Europese landen, is de komende dagen eenvoudig na te gaan. Opvallend is wel de missie van de PVV in Europa. In een eerste reactie op de overwinning zei lijsttrekker Barry Madlener vanaf de zijlijn eens te gaan bekijken wat er nu precies in Brussel gebeurt. De PVV zit straks met vier man op de publieke tribune. Ik wens ze veel succes. <<

Geef een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.